Veilig sportklimaat

'Hockey plezier voor iedereen' 

Kinderen willen maar 1 ding: lol in het sporten. Want als ze plezier hebben blijven ze sporten. Een vereniging waar kinderen vrolijk zijn, ouders trots langs de kant staan, waar vrijwilligers met plezier zich inzetten en zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van het kind, dat moet toch mogelijk zijn? Natuurlijk!

MHCE zet zich in voor het plezier en de veilig van het kind, jou kind. Hieronder vertellen we hoe we ons met name inzetten voor de (sociale) veiligheid van de kinderen. Dit doen we in het kader van een veilig sportklimaat. Iedere betrokkene bij de club heeft zijn verantwoordelijkheid in die veiligheid, simpel door het goede voorbeeld te geven, ogen en oren open te houden en met elkaar in gesprek te blijven over de gang van zaken binnen de club.

Het bestuur voelt de verantwoordelijkheid om veiligheid expliciet op de agenda te zetten en het gesprek hierover binnen de vereniging op gang te brengen en houden en waar nodig beleid te formuleren. Dat beleid ontwikkeld zich in samenspraak met leden en ouders.

Je kunt hieronder lezen wat het beleid van de club op dit moment is op een aantal vraagstukken:
- Algemene informatie om het plezier te vergroten;
- Vertrouwenscontactpersoon en pestprotocol;
- Verklaring omtrent gedrag;
- Gedragsregels en tuchtrecht.


Veilig sportklimaat?




Algemene informatie om het plezier te vergroten
Wij helpen ouders graag. Probeer de tips, filmpjes en tools toe te passen via deze link naar TV sportplezier . En je zal zien dat het je veel oplevert. Veel plezier!

De hockeysport kan zich elk seizoen verheugen op een groeiende aanwas van jeugdleden. Ook bij MHCE. Met de instroom van al die hockeyende kinderen is een nieuwe community van hockeyouders ontstaan (Hockeyouders.nl). Tienduizenden vaders en moeders, veelal zonder hockeyachtergrond, raken actief betrokken bij de ruim 300 verenigingen in Nederland. De gezinnen maken van hockey de familiesport bij uitstek. 
Via deze link vinden ouders informatie over het hockey.


Vertrouwensontactpersoon  en pestprotocol
De hockeyclub heeft een pestprotocol. Pesten komt overal voor, helaas ook op de club. Het is belangrijk om het verschil tussen pesten en plagen duidelijk te hebben. Het bestuur heeft mij gevraagd om contactpersoon te zijn. Ik heb beroepsmatig te maken met kinderen tussen de vijf en achttien en ben daarnaast moeder van vier kinderen. Meerdere leden van ons gezin hockeyen bij de club. In geval van pestgedrag geconstateerd door ouders, kinderen, trainers en coaches kan er contact met mij worden opgenomen. Bij voorkeur via de mail: [email protected] of telefonisch 0591-611019

Jeanet Veenstra
Vertrouwenscontactpersoon MHCE

Om verenigingen een handreiking te bieden hoe met pestgedrag om te gaan, heeft de hockeybond een deskundige gevraagd een ‘pestprotocol’ op te stellen. Dit protocol geeft achtergrondinformatie over wat pesten eigenlijk is (inclusief nieuwe vormen van pesten), over een aanpak tegen pesten en over de begeleiding aan de verschillende partijen die bij het pesten zijn betrokken. 

Wij hopen dat het protocol onze club zal helpen om het onderwerp bespreekbaar te maken en om invulling te geven aan een pestbeleid binnen de club.  Net als met alle andere onderwerpen die te maken hebben met Sportiviteit & Respect is het om resultaat te bereiken belangrijk om met elkaar afspraken te maken over de inhoud van zo’n beleid, over hoe het beleid binnen de vereniging gestalte krijgt en wie op wat voor moment verantwoordelijk is of het aanspreekpunt is. 

Het pestprotocol is hier te downloaden.


De vragen die je hebt kunnen gaan  over meer dan alleen pesten:

- Het gevoel hebben dat je er door je huidskleur, geloof of  seksuele voorkeur niet bij hoort;
- Grensoverschrijdend gedrag: de manier waarop je benaderd en/of aangeraakt wordt door een teamlid, trainer of coach ervaar je als onprettig;
- Een vermoeden van ‘grensoverschrijdend gedrag: je denkt dat iemand in jouw directe omgeving hier mee te maken heeft;
- Je maakt je zorgen over de wijze waarop er met je kind wordt omgegaan binnen de vereniging/het team;
- Je vraagt je af of jouw gedrag als trainer en/of coach verstandig is;
- Iemand heeft je direct of indirect beticht van ontoelaatbaar gedrag;
- Het feit of je vraag bij de vertrouwenspersoon van (naamhockeyvereniging) op de juiste plaats is.

Ook hiervoor kun je terecht bij de vertrouwenscontactpersoon.

Nieuwe trainers
De TC selecteert nieuwe trainers. Daarbij de nieuwe trainer bewust gemaakt van zijn/haar verantwoordelijkheid en deelt mee indien hij/zij een VOG moet aanvragen. Houd een kennismakingsgesprek.* Check referenties; bel de club waar waar de vrijwilliger vandaan komt.* Laat een VOG aanvragen en herhaal dat elke 3-5 jaar.* Maak de begeleider lid van de bond en als dat niet kan, laat de begeleider een VOT (Verklaring onderwerping Tuchtrecht) tekenen. Daarmee valt begeleider onder het tuchtrecht van de bond en is hij daarvan op de hoogte.* Maak de begeleider bekend met de gedragsregels 

Verklaring Omtrent Gedrag
Om de kans op seksuele initiatie binnen de club te verkleinen ligt er in eerste instantie een verantwoordelijkheid bij ons allemaal om de ogen goed open te houden, het meer-ogen principe aan te houden (voorkom bijv. dat je als ouder alleen met één kind in bijv. de kleedkamers). 
Als club hebben we er voor gekozen om verder voor (een deel van de) vrijwilligers een Verklaring Omtrent Gedrag te vereisen.

Een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is één van de maatregelen die een sportvereniging kan nemen om de kans op seksuele intimidatie binnen de club te verkleinen. Het geeft meer zekerheid over het verleden van (nieuwe) trainers, coaches, begeleiders of verzorgers en het vermindert de kans dat personen, die eerder in de fout zijn gegaan, een functie bij de sportvereniging kunnen uitoefenen. Door als vereniging een VOG te verlangen van iedereen die in zijn functie in aanraking komt met minderjarigen, mensen met een verstandelijke beperking, of andere kwetsbare groepen, laat je zien dat je de veiligheid van je leden serieus neemt. 

Binnen de club is in 2014 veilig sportklimaat expliciet op de agenda gezet. Er is aandacht besteed in dit onderwerp in de ALV en tijdens een coach-/teammanagers avond.
Het bestuur heeft vervolgens besloten dat trainers van 18 jaar en ouder die jeugdtrainingen verzorgen en de trainingen van verstandelijk gehandicapten verplicht een VOG moeten aanvragen. Trainers zijn vrijwilligers die na beoordeling door de Technische Commissie worden aangesteld voor het geven structurele hockeytrainingen. Het opvragen van referenties kan onderdeel uitmaken van de beoordeling. Dit beleid wordt met ingang van 2015 concreet ingevoerd. 
Vooralsnog zullen de genoemde trainers een VOG moeten hebben. Het gesprek hierover zal niet stoppen. Als we gezamenlijk vinden dat ook meer vrijwilligers deze VOG moeten hebben zal dat gebeuren.

De VOG zal gratis zijn, de vrijwilliger/trainer hoeft dus geen kosten te maken. Iedere 4 jaar wordt een VOG opnieuw aangevraagd.

Binnenkort volgt hier informatie hoe de VOG gratis elektronisch aangevraagd kan worden m.b.v. digiD.


Gedragsregels
De nieuwe statuten die in 2015 zijn vastgesteld door de ALV voldoen aan de bondseisen waarbij vrijwilligers en daarmee trainers ook onder het tuchtrecht vallen. 
(de statuten zullen voor de zomer van 2015 door de notaris formeel gedeponeerd worden)

Trainers die jeugdtrainingen verzorgen worden bewust gemaakt van de gedragsregels van NOC*NSF:

De sportbonden in Nederland nemen seksuele intimidatie serieus. NOC*NSF heeft gedragsregels voor sportbegeleiders opgesteld. Die regels zijn door alle landelijke sportbonden onderschreven. De regels zijn gemaakt om de risico's op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Hieronder vindt u de elf gedragsregels die worden onderschreven door alle landelijke sportorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF. 

- De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt. 
- De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel. 
- De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter. 
- Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. 
- De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten. 
- De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer. 
- De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
- De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan. 
- De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken. 
- In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.